Bij een hamerteen is het eerste teengewrichtje gebogen, terwijl het tweede teengewrichtje recht of overstrekt is. Het betreft de kleine tenen (teen II – V). Vaak zijn de gewrichten tussen de lange middenvoetsbeentjes en de tenen doorgezakt, waardoor overdruk op de bal van de voet ontstaat. Meestal zijn hamertenen een gevolg van (bio)mechanische problemen of het dragen van schoenen met een foutieve pasvorm. Mogelijk spelen ook erfelijke factoren een rol.